Bij Steck moet je niet denken aan een standaard tuincentrum. Steck probeert dit concept op te tillen naar een ander niveau, en ook nog eens op een zo verantwoord mogelijke manier. Libby van den Besselaar (29), verantwoordelijk voor marketing en communicatie, laat ons kennismaken met Steck’s veelzijdigheid.
Omdat er aan de buitenzijde niet veel meer te zien is dan glazen kassen, zou je op het eerste oog niet zeggen, dat dit tuincentrum een oppervlakte heeft van maar liefst 10.000 vierkante meter. Maar als je eenmaal binnen bent, ervaar je hoe enorm groot het is en waan je je direct in een andere wereld: een groene stadsoase.
Als ik aankom, druppelen de eerste werknemers het tuincentrum binnen. Voordat de werkdag begint, wordt er eerst gezellig wat gekletst, om vervolgens met bedrijfsleider Ronald te bespreken wat er vandaag te gebeuren staat en wie wat doet. Zo gaat dat iedere ochtend, vertelt Libby. “We hebben een team van ongeveer dertig personen, die ingezet worden over de zeven dagen per week waarop we open zijn. Het is nu extra druk omdat we druk bezig zijn met de lentecampagne. Zo’n nieuw seizoen zorgt altijd weer voor veel aanloop. Overwerken is dan geen uitzondering, maar daar we maken met elkaar altijd iets leuks van.”
Metamorfose
Steck, vroeger bekend als Tuincentrum Overvecht, werd in de jaren zeventig opgericht als het eerste tuinwarenhuis van Nederland. In het buitenland stond de zaak bekend vanwege de jaarlijkse kerstshows, waarvoor elke winter bussen vol buitenlandse toeristen op bezoek kwamen. Pas sinds twee jaar draagt de winkel de naam Steck. Libby: “De eerste eigenaar, Wim Scherrenberg, de vader van de huidige eigenaar Bob, heeft het tuincentrum opgericht en daarna aan diverse partijen verhuurd. Totdat Bob het twee jaar geleden besloot, zelf te gaan exploiteren. Hij is meteen voor een naamwisseling gegaan. Sindsdien hebben we veel verbouwd en de binnen- en buitenkant een metamorfose gegeven.”
Verantwoord ondernemen
Niet alleen de naam van het tuincentrum is veranderd, maar ook de visie. Steck wil zoveel mogelijk sociaal en ecologisch verantwoord ondernemen. Dat is volgens Libby de reden dat je Steck geen ‘normaal’ tuincentrum kunt noemen. “Veel tuincentra hebben wel een klein stukje in de winkel, waar ze bezig zijn met verantwoord ondernemen, maar wij proberen dit echt over de hele winkel en daarbuiten uit te spreiden.” Ondertussen wijst de marketing- en communicatiemanager naar een plek verderop, waar we meteen naar toe lopen. Het is de voedseltuin voor de horecagelegenheid van Steck, tegenover de Noordertuin. “Hier werken mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt. Er wordt groente verbouwd die deels in onze menukaart wordt verwerkt. Ook hebben we achter Steck een stukje gebiedsontwikkeling. Daar onderneemt een startende kweker, die verantwoord teelt. Direct daarnaast, vind je een bedrijf dat werkt met afvalstromen van restaurants en het verandert in een waardevolle grondstof of producten. In de pluktuin ernaast kunnen mensen over een tijdje biologisch geteelde bloemen plukken.”
De tuin
Libby staat alweer bij de afdeling met buitenplanten en alles wat daarbij hoort. Er zijn zelfs vier voorbeeldbalkons. “Als je in de stad woont, moet je tenslotte wel weten hoe je je balkon vult, zegt Libby en staat even stil bij een kleurrijk Frans balkonnetje. “Ons doel is om een groene stadsoase te creëren en tegelijkertijd dit deel van Utrecht vooruithelpen. Dat vinden we belangrijk. Daarbij hoort ook het leven van insecten en andere dieren. Iedereen kent wel vogelhuisjes, maar er is nog veel meer leven in de stad wat je kunt ondersteunen. Zo hebben we oorwurm- en voederhuisjes voor eekhoorns en egels.”
Van alles
Het leuke van Steck vindt Libby dat hier echt van alles langskomt: van studenten die net zijn gaan samenwonen tot mensen die al hun hele leven bij dit tuincentrum komen. “Dat geldt eigenlijk ook voor ons eigen team. We hebben studenten die net om de hoek komen kijken en werknemers die alle eigenaren hebben meegemaakt. Die mix vind ik juist zo leuk.”
Daarnaast proberen ze bij Steck zoveel mogelijk aandacht te besteden aan klantbeleving. “We geven thema gerelateerde workshops, maar ook lezingen van kwekers die over hun producten komen vertellen. Wij geloven in die totale ervaring en hebben daarom geen webshop. Want op de website kunnen we niet de sfeer neerzetten die we hier hebben. Toen ik hier voor het eerst kwam, dacht ik: wat een groen, maar nu besef ik pas hoe fijn ik het vind om al die planten om me heen te hebben. Als je hier mag binnenkomen, dan kan je dag eigenlijk al niet meer stuk.”
