Eigenlijk weet Corrinna van Mourik (45) niet beter dan dat ze wordt gepest. Op de basisschool én de middelbare school wordt haar het leven zuur gemaakt. Ze besluit daarom vervroegd te stoppen met school en te gaan werken, zodat ze de pesterijen achter zich kan laten. Maar op het werk begint het pesten opnieuw. “Ik heb vaak gedacht, waarom moeten ze nu altijd mij hebben?”
Fotoboeken uit haar jeugd bekijkt Corrinna niet graag. De foto’s die ze heeft, brengen haar terug naar een ongelukkige tijd. Een tijd waar ze niet zichzelf kan zijn en het gevoel heeft altijd op haar tenen te moeten lopen. Corrinna: “Mijn pestverleden begon op de basisschool, toen ik een jaar of acht was. Ik werd vaak gepest om de kleren die ik aan had. Die waren ouderwets of gek, kreeg ik te horen. Mijn ouders hadden het niet breed dus veel geld om er in de nieuwste mode bij te lopen was er niet. Op school probeerde ik zo onop- vallend mogelijk te zijn, ik leefde een teruggetrokken bestaan. Je zou me een eenling kunnen noemen, en zo voelde ik me ook.”
Weinig aandacht
Corrinna groeit op in Culemborg, samen met haar twee jaar oudere broer. Ze voelt zich niet altijd fijn thuis en mist het gevoel om er bij te horen. “Mijn broer zat op internaten en eiste de aandacht van mijn ouders op. Vooral op de momenten dat hij weer thuis was, ging alle zorg en interesse voor mijn gevoel naar hem. Dat deden zij onbewust, maar ik voelde me achtergesteld. Ik denk ook dat je je in zo’n rol schikt hoor, vaak dacht ik: ik snap het. Ik bén ook niet de moeite waard.” Corrinna brengt veel tijd op haar kamer door en schrijft daar gedichten om haar gevoelens een plek te geven. “In mijn eigen wereldje was het goed. Op mijn kamer fantaseerde ik over een ander leven en luisterde ik naar muziek van de Dolly Dots of UB40.” Gedichten schrijft Corrinna nog steeds. “Ik heb er wel tweehonderd liggen. Als je die doorleest, dan weet je wie ik ben als persoon.”
De zondebok
Met een knoop in haar maag vertrekt Corrinna elke dag op de fiets naar de basisschool. “Ik liet thuis niet veel merken, maar ik wist: vandaag ben ik weer de pineut. Zoals die ene keer op het schoolplein. Ik stond netjes in de rij te wachten totdat ik naar binnen mocht. Daar werd ik door kinderen geslagen, getrapt en even later met mijn hoofd tegen de muur geduwd. Uiteindelijk gingen ze zo ver door dat ik bloedend de klas in kwam. Je zou denken: dan grijpt de leerkracht wel in, maar dat gebeurde niet. Voor mijn gevoel werden de pesterijen niet serieus genomen. De pestkoppen wisten het altijd zo te doen dat de leraren het niet zagen. En als ze het wel zagen dan werd de waarheid verdraaid. De pesters volgden mij tot aan huis en ik was doodsbang.” Corrinna durft niet aan de bel te trekken en houdt zich op de achtergrond. “Schooluitjes vermeed ik, want ik had de pech dat ik op latere leeftijd nog in mijn bed plaste. Ik schaamde me en ik wist: als ik er wat van zeg, dan wordt het alleen maar erger.”
Een nieuw begin
Na de overstap van de basisschool naar de middelbare school hoopt Corrinna een nieuw leven te starten. “De zomer na groep acht was fijn. Ik keek uit naar een frisse start op een andere school, en fantaseerde over een leuke klas met veel vriendinnen. Maar dat liep anders. De eerste dag dat ik op de middelbare school kwam, begon het pesten opnieuw. Een meisje uit de derde liet me struikelen in de pauze, duwde mij van de laatste treden van de trap en gooide mijn sigaretten voor mijn neus weg. Een paar klasgenoten namen het af en toe voor me op, maar ik was de hele middelbare op mijn hoede. Ik heb er nooit wat van durven zeggen, maar mijn schooltijd heeft er echt onder geleden.” Na de middelbare school start Corrinna een vervolgopleiding: de LTS richting detailhandel. “Ondanks mijn pestverleden vind ik het contact met mensen in een winkel juist leuk. Toen er een voltijd functie vrijkwam bij mijn bijbaan in een warenhuis, ben ik dan ook direct gestopt met mijn opleiding. Dat voelde als een bevrijding!”
De werkvloer was een hel
Corrinna had nooit gedacht dat de geschiedenis zich zou herhalen op de werkvloer. “Ik werkte in een hecht team. We deelden lief en leed met elkaar, maar toch had ik altijd het gevoel dat ik buiten de groep stond. Ik had veel stress, migraine en was vaak ziek. Dat maakte mijn positie kwetsbaar. Als ik na mijn ziekbed terugkwam op het werk, werd ik door mijn collega’s genegeerd. Rotopmerkingen, een keiharde por in mijn rug, roddelen… ik heb het allemaal meegemaakt. Ook mijn leidinggevende steunde mij niet, waardoor ik me erg eenzaam voelde. Toen ik op mijn tweeëntwintigste trouwde, heb ik ervoor gekozen om mijn collega’s niet uit te nodigen en dat werd mij niet in dank afgenomen. Ze waren boos en de sfeer op de werkvloer was om te snijden. Ik had gehoopt dat het pesten zou stoppen, maar helaas. Na acht jaar ben ik weggegaan; mijn migraine werd erger en ik was uitgewoond.”
Eindelijk thuis
Bij toeval loopt Corrinna langs een kledingzaak waar ze een vacature op de winkelruit ziet hangen. “Onzeker ben ik naar binnen gegaan en daar kwam ik terecht in een warm bad. Tijdens het eerste gesprek barstte ik in huilen uit. Een van de eigenaren zei: ‘Ik heb nog nooit iemand gezien die zo gekleineerd is, daar gaan we wat aan doen. Kom hier werken en over een jaar sta jij hier zelfstandig in de zaak.’ Corrinna besluit de overstap te maken. “In die winkel vroegen ze mij altijd: hoe voel je je, vind je het goed gaan, heb je hulp nodig? En dat hielp. Een jaar later stond ik inderdaad alleen in de zaak!” Op dit moment werkt Corrinna met veel plezier bij de HEMA in Houten. Ze heeft hard aan zichzelf gewerkt en is zelfs naar de reünie geweest van haar vorige baan waar ze is gepest. “Daar stond ik oog in oog met een van mijn ex-collega’s die mij het leven zo zuur heeft gemaakt. Ik heb niks gezegd, maar ik voelde me sterk en dacht: ik ben zoveel verder dan jij. Met opgeheven hoofd liep ik na de reünie de deur uit. Ik heb mijn pestverleden een plekje gegeven. Maar, helemaal vergeten doe ik het nooit.”
Meer artikelen lezen uit de laatste Jij&Wij? Bekijk hier het hele magazine.